Schuldenregeling aangaan
Je kan een schuldenregeling aangaan als je je schuld niet kan betalen. Je hebt 2 soorten:
1. Het minnelijk traject (onderhandse schuldenregeling)
Je kijkt eerst of je met het minnelijke traject je schuld kan aflossen. Dat betekent dat je vrijwillig een betalingsregeling aangaat. Daar hoeft geen rechter bij te komen. Je maakt zelf afspraken met je schuldeiser(s) of via een schuldhulpverlener.
Lees alles over het minnelijk traject
2. De wettelijke schuldsanering (Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen, de Wsnp)
Lukt het niet om je schulden in een minnelijk traject te regelen, dan kan je naar de rechter. Je kan nog kijken of je een dwangakkoord kan krijgen. Dan bepaalt de rechter dat je schuldeisers mee moeten werken aan het minnelijk traject. Als dat allemaal niet lukt, dan kan je de rechter vragen of je toegelaten kan worden tot de wettelijke schuldsanering.
Dit wettelijke traject van schuldsanering heet Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen). Een bewindvoerder maakt dan afspraken met jouw schuldeisers om de schuld af te lossen in een periode van 18 maanden (1,5 jaar). Je maakt afspraken over afbetalingen. Daar moet je je aan houden. Na afloop van die 18 maanden krijg je een schone lei, wat inhoudt dat de schuldeisers hun vordering (geld) niet meer bij jou terugeisen.
Lees alles over Wsnp